STOET MOET

Het verhaal achter STOET MOET

Het is zondag. De soep van oma wordt op tafel gezet en alsof het startschot is gegeven gaan de kinderen en kleinkinderen rechtop in de stoel zitten. De hoofden bewegen van links naar rechts, van de keuken naar de eettafel, als oma het een na het andere eigengemaakte sausje op tafel zet. “Voor op de stoete”, zei ze dan. Want dat jaar ervoor hebben haar dochters duidelijk gemaakt dat bij een bord soep ‘stoet moet’.  

December 2020, oma is niet meer. Al een jaar. Maar haar recepten wel. Evenals haar verhalen over eten die steevast tijdens het eten de revue passeerden; “weet je wat lekker is..”. 

Samen eten deden oma en ik minimaal één keer per week. ‘Snoepen’, noemden we dat. Want hoewel we in het begin genoten van een stuk gebakken vlees of vis, met gebakken aardappeltjes en een eigengemaakte salade, maakte dat snel plaats voor proeverijen. Alle ’weet je wat lekker is’-verhalen maakten we in hapjesformaat zodat we een avond lang konden genieten, snoepen. 

De hapjes die bij oma in de smaak vielen maakte ik ook voor vrienden. En daarmee ontstonden de ‘wanneer ga je nou voor jezelf beginnen’ vragen. Wanneer? In 2020, na het verliezen van mijn baan in de theaterwereld door de Corona. Dat is flink zuur totdat je beseft dat je ineens in de perfecte situatie zit om voor jezelf te beginnen. Het ene deurtje ging dicht en de andere ging open. 

Zo ontstond STOET MOET. Een cateringbedrijf waar brood de hoofdrol geniet. Verse stokstoete van de bakker, dagverse producten en eigengemaakte hoofdingrediënten. Dat maakt de broodtapas van STOET zo lekker. Dat het er ook nog uitziet als een plaatje is mooi meegenomen.

Saskia.